Leonardo da Vinci was een beroemd en veelzijdig man. Hij kon een heleboel heel erg goed.
Behalve schilder was hij ook architect, uitvinder, ingenieur, filosoof, sterrenkundige, natuurkundige, scheikundige, beeldhouwer, schrijver en componist.
Deze vraag gaat over Leonardo als schilder.
Bekijk het werkstuk van Bas Machiels (link 1).

• Wanneer is Leonardo eigenlijk geboren?
• In welk land?

Zijn vader zag dat Leonardo best veel tekentalent had. Hij mocht leerling worden van een schilder in Florence.

• Hoe heette die schilder?

Leonardo schilderde op zijn eigen manier. Hij bedacht ook allerlei nieuwe technieken. Bijvoorbeeld het perspectief schilderen.

• Wat is perspectief schilderen?

Net als veel andere schilders uit zijn tijd (de Renaissance) schilderde Leonardo vaak afbeeldingen uit de bijbel.

• Hoe heet een heel bekend schilderij van Jezus en zijn apostelen, waaraan Leonardo da Vinci wel 3 jaar heeft gewerkt?

Een ander heel beroemd schilderij zie je op het plaatje op je werkblad en op het plaatje hierboven (opdracht 1).

• Hoe heet dit schilderij?
  
• Wat betekent die naam in het Nederlands?
  
  

Het schilderij hangt nu in een museum achter kogelvrij glas.

• Waarom is dat?
• In welk museum hangt het?
  
• In welke grote Franse stad is dat museum?
  

Leonardo heeft de Romeinse architect Vitruvius getekend naar diens beschrijving van de verhoudingen van het (mannelijk) menselijk lichaam:

• De handpalm is gelijk aan de breedte van 4 vingers.
• Een voet is gelijk aan de breedte van 4 handpalmen.
• Een el is gelijk aan de breedte van 6 handpalmen.
• De hoogte van een man is gelijk aan 4 el (en dus 24 handpalmen).
• Eén stap is gelijk aan 4 el.
• De lengte van de uitgespreide armen van een mens is gelijk aan zijn lichaamslengte.
• De afstand van de haargrens tot de onderkant van de kin is 1/10  van de lichaamslengte.
• De afstand van bovenaan het hoofd tot de onderkant van de kin is 1/8 van de lichaamslengte.
• De maximale breedte van de schouders is 1/4 van de lichaamslengte.
• De afstand van de elleboog tot de vingertop is 1/5 van de lichaamslengte.
• De afstand van de elleboog tot de oksel is 1/8 van de lichaamslengte.
• De lengte van de hand is 1/10 van de lichaamslengte.
• De afstand van de onderkant van de kin tot de neus is 1/3 van de lengte van het hoofd.
• De afstand van de haargrens tot de wenkbrauwen is 1/3 van de lengte van het gezicht.
• De lengte van het oor is 1/3 van de lengte van het gezicht.

(bron: Joost de Vree, tentoonstelling "Leonardo, the genius")